Stille Wateren, diepe gronden
land·schap (het; o; meervoud: landschappen): de omgeving zoals de mens die waarneemt
Toen Anton drie jaar was, vond zijn moeder hem eens huilend voor het raam. Vragende, wat hem scheelde, was het snikkende antwoord: “Ik kan de regen niet tekenen!”. Deze vroegste anekdote over Anton suggereert al iets van zijn belangstelling voor tekenen naar de natuur, een belangstelling die zijn leven lang is blijven bestaan.
In de eerste plaats tekende Anton vooral landschappen, met name duinen, wilgen, bremtakken, dotterbloemen. Anton vond zijn natuurmotieven al tijdens zijn kinderjaren in de omgeving van Den Helder, waar hij urenlang door de duinen zwierf. In Artis tekende hij vele dieren. Sommige werken bleven onuitgewerkt, andere werden thuis verder uitgewerkt in één van zijn vele disciplines. Natuurlijke landschappen gingen later over in meer stedelijke landschappen. In iedere stad of elk dorp wist hij de nostalgische sfeer treffend te vatten.
Anton: “Ik heb de wereld altijd door een mooi gekleurd glas getekend”
In onze exposite ‘Stille wateren, diepe gronden’ laten we je zien hoe Anton Pieck het landschap om hem heen zag én we laten je nader kennis maken met de man achter de kunst. Immers, stille wateren hebben diepe gronden.