‘De Polka’ een meesterstukje

‘De Polka’ (1928) is een meesterstukje van Anton Pieck. Het is een hoogtepunt uit de reeks droge naalden, zowel gezien het onderwerp als de technische uitwerking. Een anekdotisch, vertellend toneeltje vol geest en humor en ontleend aan een balletvoorstelling van ‘De Blauwe Vogel’.

In de ouderwetse polka achtervolgt een belust en buikig heertje een lieftallige jongedame. Eerst werd er een serie detailschetsen gemaakt. De orkestbak werd gevuld met een aantal karikaturale figuren. Daarop volgde het graveerwerk. Eerst het toneel met het decor.
Hiervan werd een proefdruk gemaakt.

De definitieve voorstelling werd daarna direct op de etsplaat getekend. Zonder een voorstudie werd eerst het decor heel trefzeker en ragfijn getekend, voorzien van een statige karos, compleet met inzittenden, koetsier, palfreniers en paarden.

De beide figuren op de planken hadden wat meer voeten in de aarde; de gezichtjes waren weliswaar gefantaseerd en niet geportretteerd maar de houding en kledij vroegen veel aandacht.

Voor de musici in de orkestbak hebben verscheidene kennissen- kunstenaars en collega’s van het Kennemer Lyceum model gestaan. Ernstig en vol overgave hun partij spelend. Strijken, blazen of slaan, met in hun midden de dirigent als inspirerend middelpunt.

Enkele hoofden van bezoekers suggereren een schouwburgzaal.

‘De Polka’ kun je met recht een meesterstukje van waarneming en uitbeelding noemen.