zaal 2
Luister naar het verhaal
Anton Pieck heeft meer dan 350 boeken geïllustreerd. De Sprookjes van 1001 Nacht eisten van 1943 tot 1956 dertien jaar van Antons leven op. In totaal zijn er 16 delen verschenen, gebundeld in 8 banden. In de donkere oorlogsjaren bood deze omvangrijke onderneming hem en vele anderen troost.
1001 Nacht bevat honderden grote en kleine platen in kleur en zwart-wit, talrijke vignetten en bladvullingen. Onderdeel daarvan waren de zwart-wit-silhouetten, spits en puntig getekend, vol barbaars en uitbundig leven.
Hij stelde zijn werk voor een relatief laag bedrag ter beschikking aan de uitgever. Het besef dat ze feitelijk zijn eigendom waren en dat hij het copyright bezat drong niet tot hem door.
De verhalen van Duizend-en-een-nacht kennen een lang geschiedenis. De verhalen zijn ontstaan in de Perzische, Arabische en Indische verteltradities.
De vroegst overgebleven schriftelijke bronnen stammen uit de veertiende en vijftiende eeuw uit Syrië, dit waren echter nog niet alle verhalen uit duizend-en-een nacht.
De eerste volledige Duizend-en-een-nacht, waarin duizend nachten beschreven worden, stamt uit de 18e eeuw uit Egypte. De Fransman Antoine Galland (1646-1715) was de eerste Westerse vertaler van de Duizend-en-een-nacht. Zijn versie is gebaseerd op de vroege Syrische versies die hij zelf aanvulde vanuit authentieke en apocriefe bronnen.
De versie van Galland stond aan de basis van vele vertalingen die later zouden volgen. Bij de verschillende vertalingen werden de verhalen aangepast aan de smaak van de tijd: gekuist of ongekuist. Bron: Bram Donders.
Ondanks dat er inmiddels betere vertalingen bestaan, is de versie van Galland veruit het best gelezen en is het nog altijd de standaard Franse vertaling.
“358ste nacht”. Deze voorstudie resulteerde in een illustratie voor bij het verhaal ‘Geschiedenis van Koningin Jamlika, de onderaardse prinses’, uit het zevende deel. Het origineel van deze voorstudie vindt u in deze zaal rechts van het grote werk ‘Frankfurt’.