Sinterklaas – Charlotte Dematons

Unieke tentoonstelling met werk van Charlotte Dematons, illustratrice van vele prentenboeken. Onder de titel “Sinterklaas” was van 1 september 2010 t/m 8 januari 2011 deze bijzondere tentoonstelling te bezichtigen.

De Expositie

Op het landgoed van Sinterklaas is het goed toeven voor alle bewoners. In Charlotte Dematons prachtige prentenboek is ruimte voor alle lezers, jong en oud, het hele jaar door. Het lost een heleboel raadsels op. Iedere plaat is een zoekplaat waar je niet op uitgekeken raakt en het Sinterklaasverhaal heeft daardoor evenveel versies als er lezers zijn. Het is een klassiek verhaal met actuele trekjes en een grote knipoog naar de literatuur, de beeldende kunst en Neerlands tradities en eigenaardigheden. Charlotte Dematons heeft het minutieus en uiterst vakkundig geschilderd in haar tekstloze prentenboek met die veelzeggende naam: Sinterklaas. En het mooie is: iedereen kan al kijkend zijn of haar eigen verhaal maken. De tentoonstelling laat alle zestien illustraties alsmede drie voorstudies zien.
Sinterklaas
Sinterklaas

Ook zijn er tien werken van Anton Pieck in opgenomen die met Sinterklaas te maken hebben. De Sinterklaas van Anton Pieck is een andere dan die van Charlotte Dematons. Alle tekeningen van Pieck waarop Sinterklaas een rol speelt, ademen de sfeer uit van de 19e eeuw, de favoriete tijd van Anton Pieck. Maar ook de persoon van Sinterklaas lijkt een ander karakter te hebben, tenminste op de tekeningen waarop hij expliciet wordt afgebeeld.

Een stoel uitzoeken op de tekening

Kijken kinderen anders naar illustraties dan volwassenen? En laten tekeningen wel ruimte voor eigen verbeelding? Bas Maliepaard vroeg het drie toonaangevende kinderboekillustratoren.

Charlotte Dematons is bekend van haar illustraties in ‘Grimm’ (Zilveren Penseel) en gedetailleerde prentenboeken ‘De gele ballon’ en ‘Sinterklaas’ (Gouden Penseel).

“Als ik de tekening van de aankomst van Sinterklaas aan volwassenen laat zien, nemen ze het geheel vrij oppervlakkig in zich op. Kinderen speuren naar de details. Zij ontdekken Roodkapje op de kade of zien een dief er met een handtas vandoor gaan. Ze gaan helemaal in de tekening op. Dat is een groot verschil met hoe volwassenen kijken, want zelfs al zien zij de details, dan nog ervaren ze die naar mijn gevoel anders. Tijdens een van mijn schoolbezoeken bekeek een jongen de tekening van het huis van Sinterklaas. Zijn ogen gleden haar de zitkamer en hij zei: ‘Eens even kijken waar ik ga zitten’. Geweldig vind ik dat! In zijn fantasie liep hij in die kamer rond en zocht op zijn gemak een stoel uit. Er zijn maar weinig volwassenen die het zichzelf toestaan om op die manier te kijken. Alsof de tekening een echte wereld is.”

“Op een andere school kwam een jongen naar me toe die de laatste plaat in het prentenboek “De gele ballon” had bekeken. ‘Juffrouw’ , zei hij, ‘Harry Potter staat in uw boek, hè?’ ‘0 ja?’, vroeg ik verbaasd, want ik had Potter niet getekend. ‘Ja, kijk maar’, zei de jongen en hij wees me op een uil die ergens voorbij vliegt. ‘Daar gaat zijn uil, dus Harry moet er ook zijn’. Dat principe beschreef Antoine de Saint-Exupéry al mooi in ‘De kleine prins’. De prins vraagt de piloot een schaap te tekenen, maar de tekeningen bevallen hem niet. Dan tekent de piloot een kist met gaatjes, zegt dat het schaap erin zit en de prins is tevreden. Goede illustraties doden de fantasie niet, maar stimuleren die juist. Maar dan moet je wel de tijd nemen en bereid zijn ze als een kind te bekijken. Dat leren we in onze maatschappij af. Volwassenen moeten beeld beredeneren, er iets verstandigs over zeggen, laten zien dat ze een welgevormde smaak hebben. Als je een tekening wilt beleven, moet je opzij durven zetten dat je een meneer of mevrouw bent geworden.”

(Bron: Trouw | de Verdieping | woensdag 6 oktober 2010)

Lees ook het artikel van Marion Groenewoud in de Stentor van 31 oktober 2010: Sint mag best een borreltje